Klipklaar: van promoveren word je egoïstisch
De maandelijkse update over mijn onderzoek naar overheidsdiensten die goed zijn voor mensen.
Hoi hoi,
Ik keek net terug in mijn agenda. Wat heb ik deze maand gedaan waar ik jullie over kan berichten? Maar mijn agenda leek zo leeg. Dat komt omdat ik alles, iedereen en z’n moeder genegeerd heb om te schrijven, schrijven, schrijven. Dat schrijven ging heel goed, maar de rest eromheen heb ik heerlijk lopen verslonzen.
“Ik word zo egoïstisch van de PhD,” zei mijn maatje in Delft laatst. We hebben overlap in ons begeleidingsteam en wisselen regelmatig phd-tips uit. “Alles moet wijken, en ik kan gewoon niet eens echt goed meer luisteren naar anderen.” Dat herken ik. Gisteren nam ik aan het einde van de middag met een vriendin een duik, en aan de kade bij het Winschoterdiep vertelde zij over haar uitdagende triathlon in het weekend. Halverwege zei ik, terwijl ik mijn telefoon pakte: “Wacht, ik moet even deze gedachte opschrijven over de Public Value-driehoek van Moore voor de discussie van mijn conceptuele artikel.”
Slechte vriendin, overvolle verwaarloosde mailbox, en verstrooide partner, maar de PhD vordert wel!
Deze maand had ik een paar afspraken met wetenschappers uit design en bestuurskunde om mijn conceptueel model voor te leggen en te zien hoe zij daarop reageren. Het was superleuk om feedback te krijgen, ze reageerden allemaal heel enthousiast op wat ik bedacht heb.
Om de praktijk van het maken van overheidsdiensten bij de overheid te onderzoeken, heb ik geen bestaand conceptueel kader gebruikt. Ik heb zelf een ontwikkeld vanuit meerdere vakgebieden. Ik ben al maaaanden bezig met het stuk, maar nu kom ik, denk ik, dan eindelijk in de edit-fase. Op goede dagen denk ik: “Dit wordt mijn opus!” En voor de slechte dagen heb ik een vlammenwerper liggen.
Voor mijn zomervakantie stuur ik het volledige artikel so-far naar “Zweden”. Ik schrijf dit stuk namelijk niet alleen met mijn promotoren Maaike en Jasper, maar ook met Jakob Trischler, een wetenschapper die al veel ervaring heeft op dit onderwerp en ook schrijft in het journal waarin ik graag gepubliceerd wil worden. Een van de uitdagingen van multidisciplinair onderzoeken is dat je van veel markten thuis moet zijn, en dat lukt nooit in de korte periode van een PhD. Door samen te werken hoop ik dat hij kritisch meekijkt naar wat een goede bijdrage is voor dit journal, en of het voldoet aan de eisen in dit vakgebied.
In september ga ik daarom ook weer naar Zweden om het hele stuk nog eens goed door te spreken, en daarna, toch hopelijk ergens vlot daarna, het stuk in te dienen. Dat zou wat zijn! Ik schat in dat dit artikel zomaar de helft van mijn proefschrift vormt, zowel qua inhoudelijke bijdrage als de tijd die ik erin gestoken heb.
Verder staat de zomer voor de deur. Volgende maand dus geen nieuwsbrief, want dan lig ik in de hangmat. Als leesvoer duik ik in de semi-oude filosofen en heb ik boeken besteld van John Dewey over ‘the public and its problems’ en de godfather van design: Herbert Simon.
Fijne zomer!
Maike